Wijknetwerken >Amsterdam Centrum >Geen categorie >In gesprek met.. Sander Verweij als Projectleider Wijkzorg

In gesprek met.. Sander Verweij als Projectleider Wijkzorg

12 februari 2021

Sander Verweij (36) is traject begeleider bij De Regenboog Groep. Vanuit zijn net nieuwe huis in Osdorp is Sander achter zijn computer geschoven om met mij te zoomen. Hij is vader van twee kinderen. Woont samen met vriendin in een gemeenschap-achtig gebouw.  Ze zijn nog steeds aan het verbouwen. Bij De Regenboog Groep begeleidt Sander mensen in hun dagbesteding trajecten en plaatst mensen op passende plekken.

Je zegt dat je veel functies hebt gehad. Wat is je zoektocht?

“Ik begon als werkbegeleider in het Noorderpark. Mijn taak was om een groep mensen bij elkaar te brengen die vooral in de buurt hingen en nu dan ook iets nuttigs gingen doen. Dat is een best succesvol project geworden. Ik stapte over naar de Informele Zorg en coördineerde vrijwilligers die mensen met financiële problemen coachten. Dat ging ook aardig goed. Uiteindelijk zocht ik wat meer uitdaging en wilde wel terug naar mijn vroegere doelgroep. Op dit moment ben ik ook weer op zoek naar nieuwe uitdagingen. Daar schrik ik niet voor terug”.

Wat is jouw grootste uitdaging in je werk?

“Op dit moment is dakloosheid  in Amsterdam een gigantisch probleem het lijkt erop dat het ook nog veel groter wordt. Mensen die  ik tegenkom willen heel graag aan het werk. Maar ze zijn dakloos. Ze zijn economische daklozen, mensen zoals jij en ik die door bijvoorbeeld een scheiding of baanverlies in de problemen zijn gekomen. Ik zie dat het ontzettend lastig is om een betaalde baan te combineren met dakloosheid. Ik kan ze niet aan een dak boven hun hoofd helpen. Ik kan ze dagbesteding aanbieden.”

Wauw, dat is niet mis. Is het door corona erger geworden?

“Moeilijk te zeggen. Wat ik zie is dat er meer mensen, die wel veel potentie hebben, toch dakloos zijn. Ik zie wel een toename van dit verschijnsel dan voor maart dit jaar. Voorheen bestond mijn caseload uit vooral mensen met psychiatrische en/of verslavingsproblematiek. Die haalden veel waarde uit hun dagbesteding. Maar economische daklozen willen veelal een baan. Een dagbestedingsplek biedt niet genoeg voor hen.”

Voor Wijkzorg sta je te boek als trekker wijktafel. Wat zijn je plannen? En waarom?


Ik ben heel benieuwd hoe de wijktafels er in 2021 uit gaan zien. Alle overleggen zijn nu digitaal. Dat was voor corona niet. Een van de redenen dat de wijktafels er zijn is dat we elkaar kunnen ontmoeten om nader tot elkaar te komen. Digitaal ontmoeten is toch een ander laken en pak. De vraag is hoe gaan we dit in het vervolg doen? Ook na de corona crisis, in het nieuwe normaal,  blijven we misschien ook wel digitaal ontmoeten. Er zitten ook wel voordelen aan. Mijn doel is om de ontmoeting met elkaar te stimuleren. Dat professionals elkaar leren kennen zodat we elkaar vragen durven te stellen en op te zoeken wanneer dat bijvoorbeeld nodig is voor een cliënt. Ik heb nog geen idee hoe dit eruit gaat zien bij de buurtteams.”

Wat zijn je ideeën daarover?

“De opkomst van de buurtteams maakt dit ook ingewikkelder. De hele transitie heeft tot doel om de zorg voor mensen toegankelijker te maken. Dat inwoners weten wie wat doet. In een Buurtteam zitten generalistische poortwachters die voor de Amsterdammer inschatten welke zorg je nodig hebt en bij welke partij je dat kunt vinden. Er zitten verschillende disciplines verzameld in een Buurtteam. Het elkaar ontmoeten gebeurt dan automatisch. Wat is dan de rol van een wijktafel nog? Dat is nog onduidelijk. Toch denk ik dat de wijktafel nodig blijft, ook straks met de buurtteams. Omdat je niet alleen elkaar ontmoet maar elkaars werkwijze beziet. Samenwerken met andere partijen is makkelijker doordat je inzicht hebt in hoe er gedacht en gewerkt wordt. Daarnaast ondervang je niet alle bestaande samenwerkingsverbanden middels een buurtteam. Deze moeten ook onafhankelijk van een buurtteam kunnen bestaan en actief nagejaagd worden.”

Hoe gaan de wijktafels veranderen?

Mijn taak is om dit met een aantal sleutelfiguren te organiseren. We denken na over, voorlopig digitale, bijeenkomsten, waarin professionals elkaar blijven ontmoeten. Zo is dagbesteding mijn thema en is het interessant anderen daarover te ontmoeten. Maar dakloosheid  vind ik ook boeiend. En ik zou wel iemand van een wooncorporatie hierover van gedachten willen wisselen. De centrale vraag is wie heeft er baat bij om wie te ontmoeten? Dat moet nog verder vorm krijgen. Mijn idee is om mensen van de wijktafels uit te nodigen. We weten het nog niet, maar het doel is om wijktafels door te laten gaan.”

Hoe sta jij zelf tegenover de komst van de buurtteams?

“Volgens mij hadden inwoners inderdaad moeite om het juiste aanbod te vinden. En zo vind ik het goed om de zorg overzichtelijker te organiseren. Maar het betekent ook dat bepaalde partijen het veld moeten ruimen. Dat is pijnlijk. Uiteindelijk denk ik dat het wel een goede ontwikkeling is. Zorg moet toegankelijk zijn. Ik hoop dat dit met de komst van de buurtteams gaat lukken. In de doorverwijzing zit wel een behoorlijke uitdaging. Hoe zorg je ervoor dat poortwachters op de hoogte zijn van al het aanbod? Het zijn wel interessante tijden. Ik ben wel redelijk realistisch dat het Buurtteam ook maar gewoon een nieuw model is. Sommige samenwerkingsverbanden blijven gewoon bestaan dwars door nieuwe ideeën heen. Dat kun je niet zomaar uitwissen omdat we gewend zo elkaar op te zoeken bijvoorbeeld. Dat komt door de wijktafels en ontmoeting. Je moet mensen ook de gelegenheid geven om die netwerken te behouden. Als je een gezicht hebt gezien van iemand ben je veel meer geneigd om daarmee samen te werken. Zo werken mensen.”

Door Chulah Berkowitz Chulah Communiceert